17-06-2008

Kernkwadranten

Kernkwaliteiten



Hulpvragenlijst Kernkwadrant


Kernkwaliteiten
+ Anderen waarderen mij om …………….
+ Ik vind het heel gewoon om…………….
+ Anderen moedig ik aan om……………..
+ Van anderen eis ik dat…………………..
+ In anderen stimuleer ik…………………..


Valkuilen
- Doe eens niet zo ……….. (bijv drammerig)
- Als ik het heel druk heb verval ik soms in……. (bijv. eigenwijs zijn)
- Ik corrigeer mijzelf in………(bijv. situaties dat ik mijn zin te veel doordrijf)
- Ik vind het niet zo erg dat ik……..(bijv. soms bot kan reageren)
- Ik zie wel eens bij anderen……….., maar daar erger ik met niet zo aan.



Uitdagingen
+ Ik mis in mijzelf…….
+ In anderen bewonder ik………
+ Ik ben wel eens jaloers geweest op……..
+ Anderen wensen mij toe dat ik……….



Allergieën
- Bij anderen kan ik niet tegen ………
- Ik word woedend om…………
- Ik zou me niet kunnen voorstellen dat ik ……. (bijv. laks zou kunnen reageren)
- Ik kan er niet tegen als anderen…..



1. Kernkwaliteiten (wat is jouw kracht?)
2. Valkuil (teveel van het ‘goede’, doorschieten in kwaliteit)
3. Uitdaging (wat heb jij nodig om meer balans aan te brengen?)
4. Allergie (waar kun jij bij anderen niet tegen, waarvan flip je?)


Een kernkwadrant gaat ervan uit dat ieder mens een aantal kernkwaliteiten in zich heeft. Kernkwaliteiten zijn eigenschappen die tot het wezen van de mens behoren. Het is de specifieke sterkte waar we bij hem of haar direct aan denken, bijvoorbeeld: rust, daadkracht, ordelijkheid, zorgzaamheid, moed, flexibiliteit, enzovoorts.
Een kernkwaliteit is altijd potentieel aanwezig, en kan dus niet –zoals een vaardigheid- worden aangeleerd.

Soms bij stress, verdriet of onmacht kan de kwaliteit doorschieten en wordt het een valkuil. Zo kan de kernkwaliteit ‘daadkracht’ doorschieten naar ‘drammerigheid’, zo wordt iemands kracht dus zijn zwakte. Omdat dat storend kan zijn voor anderen, verwacht men dat valkuil wordt afleert. Echter het afleren of verbergen van een valkuil, betekent ook het afleren van de kernkwaliteit. Een valkuil is immers de schaduwkant van een kernkwaliteit.

In plaats van het afleren of verbergen van de valkuil is het beter om tegenover de kernkwaliteit een nieuwe kwaliteit te zetten, waardoor men minder snel in de valkuil schiet. Het eigen maken van deze nieuwe kwaliteit wordt de uitdaging genoemd en is altijd positief tegenovergesteld aan de valkuil. Er ontstaat als het ware een evenwicht tussen de kernkwaliteit en de uitdaging, waardoor de valkuil wordt opgeheven. Tegenover de kernkwaliteit ‘daadkracht’ zou de uitdaging ‘geduld’ kunnen staan. ‘Geduld’ is dan ook het positief tegenovergestelde van ‘drammerigheid’.

De angst om in de uitdaging door te schieten noemen we de allergie. De meeste mensen blijken ‘allergisch’ te zijn voor een teveel van een uitdaging, vooral als men deze in andere terugziet. Zo zal de daadkrachtige persoon de neiging hebben om over de rooie te gaan wanneer hij geconfronteerd wordt met passiviteit. ‘Passiviteit’ is dus het negatief tegenovergestelde van de kernkwaliteit ‘daadkracht’.

Dus wat iemand het meest kwetsbaar maakt is niet zijn valkuil, maar zijn allergie, want het is vooral de allergie die iemand in zijn valkuil drijft.